Een moeder dient bij de tuchtrechter een klacht in tegen haar huisarts. De huisarts heeft haar twee weken oude baby op de huisartsenpost beoordeeld. Op 26 november 2017 bezoekt vader met patiënte voor de tweede maal dat weekend de huisartsenpost vanwege aanhoudende klachten. Een dienstdoende huisarts beoordeelt het jonge kind en concludeert dat er geen alarmsignalen zijn.
Enige tijd na thuiskomst van het bezoek aan de huisartsenpost, op 26 november 2017, vond moeder patiënte blauw aangelopen in de box. Moeder constateerde geen ademhaling en patiënte was slap. Moeder heeft patiënte opgepakt en mond-op-mond beademing toegepast. Ook is 112 gebeld. De jonge zuigeling is aansluitend opgenomen op de kinderafdeling van een ziekenhuis. Ze is hier opgenomen geweest tot en met 1 december 2017. Patiënte verliet het ziekenhuis in goede conditie. De kinderarts concludeerde dat er bij de tweeënhalve week oude zuigeling sprake was van een cyanotisch incident bij neusobstructie/bronchiolitis. Moeder van patiënte verwijt de dienstdoende huisarts onder andere dat hij niet de juiste diagnose heeft gesteld en patiënte niet heeft doorverwezen naar het ziekenhuis.
Het Tuchtcollege oordeelt dat de door de ouders waargenomen signalen alle passen bij ernstige, waarschijnlijk respiratoire, problematiek. Bovendien betreft het een heel jonge baby. Het Tuchtcollege is van oordeel dat de huisarts dit in zijn diagnose had moeten betrekken. Het enkele feit dat de huisarts deze symptomen niet heeft waargenomen tijdens het lichamelijk onderzoek, wil niet zeggen, dat hij hiermee geen rekening diende te houden bij het vaststellen van de (werk)diagnose.
Gezien de discrepantie tussen de klachten van de ouders en hetgeen de huisarts tijdens het lichamelijk onderzoek van patiënte heeft geconstateerd, had het minstens in de rede gelegen om hierover overleg te voeren met een kinderarts. Dit geldt te meer aangezien het hier een kwetsbare zuigeling van net twee weken oud betrof. Het Tuchtcollege is van oordeel dat de huisarts zich onvoldoende heeft laten leiden door de alarmerende waarnemingen van de ouders. De ouders hadden bovendien de nodige ervaring met baby’s. Het progressieve verloop van het ziektebeeld had de huisarts moeten alarmeren. Daarnaast oordeelt het Tuchtcollege dat de verslaglegging van het consult onvoldoende is.
De tuchtrechter verklaart de tuchtklacht gegrond en legt de betreffende huisarts een maatregel (waarschuwing) op.
Neemt u dan gerust contact met ons op. Wilt u meer lezen? Wellicht vindt u dit ook interessant.
Bron: RTG Den Haag 11 december 2018, ECLI:NL:TGZRSGR:2018:196