Uitleg verplichtstellingsbeschikking op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds en uitleg algemeen verbindend verklaarde cao’s.
Het komt vaak voor dat een werknemer andere werkzaamheden verricht dan in de arbeidsovereenkomst met de werkgever is afgesproken. Dit verschil kan belangrijk zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan welke cao van toepassing is, of wellicht vallen de werkzaamheden onder de werkingssfeer van een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds met voor u als werkgever alle (financiële) gevolgen van dien. Als het gaat om de Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) is er duidelijkheid door de Hoge Raad gecreëerd. Daarom is het goed om regelmatig onderzoek te doen naar uw situatie om verrassingen te voorkomen.
Deze werkgever houdt zich bezig met verkoop, service en reparatie op het gebied van industriële besturingsapparatuur. De werkzaamheden zijn over verschillende werkmaatschappijen verspreid. Een van deze werkmaatschappijen houdt zich vooral bezig met onderzoek-, reparatie-, en testactiviteiten. Voor de werknemers van deze werkmaatschappij wordt al pensioen opgebouwd bij een verzekeraar.
PMT stelt dat de werkmaatschappij onder de werkingssfeer van deze cao valt. Dit betekent dat de werknemers van de werkmaatschappij verplicht moeten worden aangesloten bij PMT.
Volgens de werkgever is het standpunt van PMT niet juist. De werknemers verrichtten namelijk feitelijk meer dan 50% van hun arbeidsuren aan analyses. Deze werkzaamheden vallen niet binnen de werkingssfeer van PMT. De overige werkzaamheden betreffen het daadwerkelijk repareren. Deze laatste werkzaamheden vallen wel binnen de werkingssfeer van PMT, maar het percentage is te laag om deze werkgever verplicht te laten aansluiten bij PMT.
De kantonrechter stelt PMT in het gelijk en oordeelt dat de werkgever wel onder de werkingssfeer van PMT valt.
Het gerechtshof komt juist tot het oordeel dat de werkzaamheden niet onder de werkingssfeer van Metaal en Techniek vallen. Daarom valt deze werkgever volgens het hof niet onder de werkingssfeer van PMT.
Tegen de uitspraak van het gerechtshof is cassatie ingesteld. De Hoge Raad beoordeelt de vraag of de werkgever onder de werkingssfeer van PMT valt als volgt. De werkingssfeerbepaling luidt als volgt:
“Onder werkgever in de Metaal en Techniek’ wordt in deze cao verstaan de werkgever bij wie het aantal overeengekomen arbeidsuren van de i dienst zijnde werknemers die betrokken zijn bij de werkzaamheden zoals uitgeoefend in de in artikel 3 genoemde takken van bedrijf (binnen de Metaal en Techniek), groter is dan het aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers die betrokken zijn bij werkzaamheden zoals uitgeoefend in enige andere afzonderlijke bedrijfstak (buiten de Metaal en Techniek), blijvende bij de hier voren omschreven vergelijking de economische functie van elk der werkzaamheden buiten beschouwing.”
De Hoge Raad bepaalt dat het voor de beantwoording van de vraag of een werkgever onder deze werkingssfeer valt, de overeengekomen werkzaamheden doorslaggevend zijn. Met andere woorden, de Metaal en Techniek-cao is van toepassing als de overeengekomen werkzaamheden van het merendeel van de werknemers onder de in de cao beschreven werkzaamheden vallen.
Voor de vaststelling van de vraag of een werkgever binnen de werkingssfeer van PMT valt, is van belang wat voor werkzaamheden met werknemers is overeengekomen. Dit wordt namelijk niet beïnvloed door feitelijke werkzaamheden die een werknemer verricht.
Het gevolg hiervan is dat werkgevers opeens een veel grotere kans op verplichte aansluiting hebben.
Astrum Advies Advocatenkantoor helpt u graag hierbij. Hoe gaan wij in dit geval voor u te werk? In de eerste plaats is het van belang dat er een degelijk nieuw werkingssfeeronderzoek (doe de Bpf-check) plaatsvindt. Ook al heeft u in het verleden een dergelijk onderzoek verricht, wij zullen de situatie aan de hand van de nieuwe criteria (opnieuw) toetsen. Ook laten wij zien welke maatregelen in uw specifieke situatie mogelijk zijn om verplichte aansluiting te voorkomen dan wel eventueel vrijstelling te krijgen.
Bron: HR 21 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:263
Wilt u meer weten over de verjaring van pensioenpremies? Dan is dit stuk ook interessant.